Onmacht
– 22 juli 2024 –
Ik houd mij onbewust vast aan mijn ratio, het denken, zo weet ik waar ik aan toe ben, zo meen ik grip te ervaren. Door vanuit mijn gedachtengoed te leven, impliceer ik in regie te zijn en daarmee ervaar ik duidelijkheid, bekendheid en zekerheid. Dit voelt veilig en vertrouwd. Ik geloof dat als ik het een en ander snap en op de juiste wijze inzet, ik nog meer sturing zal verkrijgen over mijn leven. En dat is belangrijk voor me. Ik weet wat ik te doen heb. Bovendien weet ik dat het ‘op deze manier’ goed komt met mij.
Ik slik bijvoorbeeld mijn tranen weg als ik geloof dat dit handiger is. Ik ben namelijk bang dat anderen mij een aansteller vinden als ik huil, dus ik doe er alles aan om te voorkomen dat ze dat over mij denken. Het kan ook zijn dat ik mijn tranen wegslik omdat ik de ander niet wil belasten met mijn sores. Of ik mijd, voor mij, lastige onderwerpen zodat ik niet onnodig geraakt zal worden. Door alles vanuit de bekendheid van mijn gedachten te benaderen, poog ik houvast en veiligheid te behouden of te verkrijgen.
Van waaruit ontstaat deze behoefte om in controle te zijn? Wat maakt dat ik ‘in controle zijn’ ambieer? Misschien vecht ik met mijn streven naar in controle zijn met de realiteit van in wezen niet in controle zijn. Misschien is mijn poging controle te verkrijgen juist hetgeen mij onmachtig doet voelen.